de besognes van een staatshoofd


vervolg van het relaas over de beslommeringen van Vladimir Poetin
aangaande een speciale militaire operatie aan de oostflank van het Vrije Westen.

voor een goed begrip kan het nuttig zijn (nogmaals) de twee eerdere stukjes over de man te hebben gelezen:

  I:  Vladimir Vladimirovitsj       
II:  Fisherman's Hut                 

          Alhoewel de dag nog jong is, heeft Vladimir Vladimirovitsj Poetin, vierde president van de Russische Federatie en zonder bericht van het tegendeel vooralsnog honkvast in het zadel, al enkele bangelijke uren achter de rug. Was hij immers niet in alle vroegte, de eerste vogels hadden nog maar net hun ochtendconcert ingezet,  verdwaasd wakker geschrokken in het presidentiële bed, hij die vurig had gehoopt enige rust te mogen vinden in zijn door metershoge muren omheinde domein Novo-Ogaryovo, gelegen aan de rand van de hoofdstad?
Aanleiding voor zijn al te matineus ontwaken was een als uit het niets aanzwellend motorgeluid geweest, nog het best te omschrijven als dat van meerdere gestaag naderende brommertjes, een akelig geronk dat weinige ogenblikken later zou overstelpt worden door het gedreun van afweergeschut. De chef van de veiligheidsdienst was, in de wetenschap dat de president een vaste slaper is, in eigen persoon naar de derde verdieping van de residentie gesneld, waar hij het staatshoofd aantrof op de overloop, getooid in nachthemd met beertjesmotief en een luchtbuks in de aanslag.
'Hoorde ik daar nu die rommel van de Ajatollahs? Werden ze uit de lucht gehaald? Allemaal, ja toch?', had het ontredderde staatshoofd gesist.
'Jawel, meneer de president, maar we kunnen ons maar beter nog even naar de safe room begeven, zal ik u voorgaan?', had de chef veiligheid voorgesteld.


Ach, het staatshoofd kent het maar al te goed, het tergende geluid van het onbetrouwbaar vliegend schroot dat hij rechtstreeks bij Ali Khamenei voor een zacht prijsje bij duizenden heeft gekocht. De inwoners van Kiev lachen zich een breuk wanneer er vanuit oostelijke richting een zoveelste zwerm de stad nadert: het tuig is vrijwel onbestuurbaar, vliegt te laag en te traag, waardoor het zó uit de lucht kan worden geplukt. En toch was er vorige week nog zo'n rotding net boven zijn hoofd op het dak van het Kremlin gecrasht. Chert vozmi! Hierop had hij bij presidentiële verordening op zowat alle daken van de hoofdstad extra luchtafweer laten installeren.

          Vladimir Vladimirovitsj Poetin, in smetteloos maatpak, gesteven wit hemd en rode das, de perfecte imitatie van de outfit van zijn gewezen Amerikaanse collega, zit, handenwrijvend en ondanks al zijn besognes een vage glimlach om de mond, voor zich uit te staren aan zijn werktafel op de tweede verdieping van Novo-Ogaryovo, officiële residentie alwaar hij in zijn hoedanigheid van staatshoofd zijn internationale gasten pleegt te ontvangen. Deze morgen, in alle vroegte, de vogeltjes hadden nog maar net hun ochtendconcert ingezet (in zijn droom had dit concert niet plaatsgevonden in de buitenwijken van Moskou maar wel degelijk op het marktplein van Bachmoet!), bevond hij zich nog op het slagveld, alwaar hij vanuit zijn presidentiële T-14 Armata (nvdr: op huidige dag moet deze tank zoniet over een betere dan toch minstens over een even grote vernietigingskracht beschikken als zijn alom gevreesde Duitse concurrent,de Leopard-II) de Oekraïense linies zo zwaar had toegetakeld, dat ze tot ver achter de Dnjepr waren teruggeslagen. Het zou nu nog slechts een kwestie van dagen, hooguit enkele weken zijn vooraleer zijn generaals het integrale grondgebied van de Oblasten Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja integraal zouden hebben ingenomen. Waren daar niet die dekselse drones geweest die hem uit zijn heroïsche droom hadden gewekt, hij was met zijn tank onhoudbaar doorgestoten tot op het Maidanplein..

          Het is 7 uur 58 a.m., vrijdag 2 juni. Het staatshoofd stemt de radio af op Ekho Moskviy.
Van de tienduizend generaals die in zijn geliefd land rondlopen zou hij er hooguit een tweehonderdtal overhouden en hen eerst, zonder kogelvrij vest, naar het front sturen... Aan het woord is Jevgeni Prigozjin, huurlingenbaas van de Wagnergroep, diens beruchte privémilitie... Nadat hij Bachmoet had overgedragen aan de reguliere Russische troepen is Prigozjin stante pede op promotietournee getrokken langs tal van Russische Oblasten, waar hij nog dagelijks fulmineert tegen die clowns uit de hoofdstad die over de hele lijn hebben gefaald. De media hebben er intussen een vette kluif aan en berichten nog nauwelijks over iets anders.
Door het eigengereide optreden van de Wagner commandant verkeert het staatshoofd al evenveel dagen in een aanhoudende bedrukte stemming. Het onafgebroken bestoken door de huurlingenbaas van het centrale beleid kan niet  langer zonder gevolgen blijven. Vladimir Poetin slaakt een diepe zucht, bedient een van de knoppen op zijn huistelefoon. Enkele ogenblikken later maakt zijn privésecretaris zijn opwachting.

'Igor, blij dat je er bent want het zou wel eens een lange voormiddag kunnen worden.'
Het valt Igor op dat het staatshoofd er wat bleekjes uitziet: 'Jawel, meneer de president, wat kan ik voor u doen?'
'Wel, 't is maar dat ik dacht eerst mijn minister van defensie en de nieuwe stafchef, hoe heet die ook weer, enfin, ik wou de heren met elkaar confronteren over de gang van zaken aan het front, maar na het beluisteren van de ochtendberichten leek me dat ineens overbodig geworden.'
Igor hoedt zich voor commentaar. Als het staatshoofd  hem maar geen vervelende vragen stelt over de speciale campagne of de precaire politieke toestand. Hij hoopt vurig dat hij zich vergist.
'U wenste vandaag nog andere personaliteiten te ontvangen dan deze die u zonet hebt vernoemd?'
'Inderdaad, ik heb die hansworst geroepen. Die vent houdt mij uit mijn slaap, je hebt geen idee!'
De privésecretaris heeft een bang vermoeden dat zijn baas doelt op de recente berichten, meer bepaald op sommige al te gewaagde uitspraken uit de mond van de huurlingenbaas. Op Novo-Agaryovo ging in geen tijd zijn naam over ieders tong, zelfs het keukenpersoneel laat zich niet onbetuigd.
'Was hij maar bij zijn frietkraam en hotdogs gebleven, maar nee, het moest méér zijn, altijd maar meer en ik ben daar met open ogen ingelopen en nu... en nu...', het wordt het staatshoofd even te machtig, 'hij is over mijn hoofd aan het springen, maar het ergste is nog, al heeft hij een punt over ons gestuntel aan het front, dat hij onze miserie per force van de Russische daken staat te schreeuwen. Chert vozmi!'
Nu komt het, denkt Igor, hij wil weten of zijn inner circle, keukenpersoneel inbegrepen, nog als één blok achter hem staat.
'Zeg eens, Igor, zo tussen ons gezegd en gezwegen, wat denk jij over Prigozjins uitspraken, dat de Oekraïners betere vechters zijn dan mijn eigen troepen, dat ik de vijand zou hebben onderschat, dat het nog wel drie of vier jaar kan duren voor mijn generaals de Russische vlag zullen geplant hebben op het dak van het stadhuis van Kiev? Dat is er toch wel over, nee?'
Dat de Wagner commandant maar al te graag in de contramine gaat en bewust de schijnwerpers opzoekt om daar dan met spek te schieten, wou Igor aanvoeren, maar op dat ogenblik zoemt de phone in de broekzak van het staatshoofd.
Blijkt dat de opperste prelaat, Vladimir Kirill, patriarch van Moskou en geheel Rusland, net zijn opwachting heeft gemaakt op het bordes van Novo-Ogaryovo.
 'Kirill? Ook dat nog! Dat uitgerekend dat sujet het aandurft mijn dag te komen vergallen...', vaart Poetin uit, en tot Igor: ' Hier kan ik niet onderuit, jongen, wil mij verwittigen zodra onze worstendraaier is aangekomen.'

          'Goede morgen, Vladimir Michaelovitsj, welke goede wind heeft u hierheen gevoerd?', teemt het staatshoofd terwijl hij, voorwendend dat hij het druk heeft, ijverig door een stapel documenten bladert.
Het is Poetin niet ontgaan dat de opperprelaat niet getooid  is in zijn bizarre verzameling pontificale onderscheidingen en ornamenten. Hij moet vanmorgen óf gehaast óf verstrooid zijn geweest, hoogst waarschijnlijk omwille van die drones, gist de president. 
Kirill, achteloos: '
Ik moest hier in de buurt zijn, dus ik dacht: ik ga maar eens mijn trouwe vriend Vladimir Vladimirovitsj vereren met een bezoekje... Heb ik het goed begrepen dat de vijand het tegenoffensief zou hebben ingezet?'
'Dat is toch wat mijn minister van defensie meent te hebben waargenomen', repliceert het staatshoofd zonder verpinken, 'maar zeg eens, bent u ook in alle vroegte wakker geschrokken door dat tuig van de Ajatollahs?', polst Poetin terwijl hij oogluikend de opgezette pens en opvallend modeste outfit van zijn ongenode gast monstert, 'stel u voor zeg, nu komen ze ons al provoceren tot in onze eigen residenties en paleizen. Hoe schaamteloos!'
'Daarom wou ik u een hart onder de riem komen steken, Vladimir. We mogen nu niet versagen, en we kunnen niet genoeg blijven beklemtonen dat, zoals wij de geschiedenis menen te mogen lezen en in weerwil van de dwaze beweringen van het patriarchaat van Constantinopel, de Donbas, wat zeg ik, heel Oekraïne een onafscheidelijk organisch deel is van ons Heilig Moederland. … Is Kiev immers niet de moeder van alle Russische steden… en maken heel Oekraïne én de Krim als historische bakermat van het geloof niet integraal deel uit van de jurisdictie van het patriarchaat van Moskou?'
Dat Kirill en hijzelf tot in lengte van dagen tot elkaar veroordeeld zijn, dat ze dezelfde belangen delen, beseft Poetin. Kon hij zich maar bevrijden van die wurgende verknoping van kerk en staat! Bij het horen, weer eens, van zoveel retorische grootspraak kan hij nog amper zijn toenemende ergernis in bedwang houden: 'Ja ja, u hebt uw punt gemaakt, Michaelovitsj', maar zeg eens: denkt u dat mijn volk onze speciale campagne nog voldoende genegen is, dat onze moeders pal achter hun president zullen blijven staan?' 
'Maar natuurlijk, zijn Oekraïne en Rusland immers niet uit dezelfde doopvont ontsproten, die van Kiev wel te verstaan en is dat niet...'
'Haalt u er vooral de bakermat van het Heilige roes niet bij, Michaelovitsj, u valt in herhaling terwijl u, met permissie, mijn vraag over de Russische moeders lijkt te willen ontwijken.'
'Maar nee, Vladimir, neem het van mij aan: onze moeders staan pal achter hun president. Hun toewijding is onwankelbaar, ook in de beproeving.'
'Dank u, Michaelovitsj, dat wilde ik horen,
zucht het staatshoofd, 'en krijg ik dan nu uw zegen?'
'Natuurlijk',
gromt de patriarch zelfvoldaan, 'en u mag ook mijn handen kussen.'

         Een discreet klopje op de deur. Het is Igor, die de komst van de volgende gast meldt.
' Ach, Michaelovitsj, ik vrees dat we ons gesprek een andere keer zullen moeten verderzetten, tenzij u de nagel van mijn doodskist wilt begroeten?'
'Mag ik hem kennen?'
'Heel zeker, u hebt hem niet zo lang geleden nog de hemel in geprezen in een van uw pastorale brieven.'
'U bedoelt toch niet dat heerschap Prigozjin?', vraagt de patriarch met een achterdochtige blik.
'Jevgeni himself', grijnst het staatshoofd.
'Dan liever niet', waarop Vladimir Kirill, patriarch van Moskou en geheel Rusland, zichzelf uitlaat.

          De gedachten van het staatshoofd gaan uit naar Sergey Lavrov, die gisteren nog om een audiëntie had gevraagd, maar deze werd hem prompt geweigerd. Officieel luidde het dat de minister van Buitenlandse Zaken zich thans nergens verdienstelijker kan maken dan op het Afrikaanse continent, waar hij op rondreis is in het kader van het optimaliseren van de bilaterale betrekkingen en deze missie abrupt af te breken, om welke reden dan ook, zou een verkeerd signaal uitsturen naar onze nieuwe Afrikaanse vrienden. De waarheid gebiedt echter te vermelden dat Poetin zijn buitenlandminister zo ver mogelijk wil weghouden uit de omgeving van het Kremlin, want Lavrov durft de laatste tijd een uitgesproken eigen mening aankleven over de binnenlandse politiek en dit zou wel eens vervelend kunnen worden voor de positie van de president.
Met die andere Sergey, defensieminister Sjojgoe, liggen de zaken eenvoudiger: 'Vergeet niet dat in tijden van oorlog uw president de bevelhebber is van de troepen.  Ik verklaar u met andere woorden technisch werkloos; in uw geval betekent dit dat u een tijd niet meer in beeld hoeft te komen en dat u zich vooral niet meer inlaat met Prigozjin. Laat dat belachelijk sujet maar aan mij over', had het staatshoofd gebluft.

Ach,
zucht Poetin, ik hoor en lees dat het Westen mij afschildert als een dictator, maar of ik dit als een compliment mag beschouwen? Maar wat rest een mens anders dan zijn politiek personeel de laan uit te sturen wanneer het hem constant voor de voeten loopt zodat hij nog nauwelijks ademruimte krijgt om zijn eigen beleid te voeren? Om nog te zwijgen van mijn generaals die zich aan het front laten schofferen door die worstendraaier uit Leningrad. Zelfs mijn allerlaatste troefkaart, stafchef Geronimov, kan niet beletten dat de worstendraaier mijn kapiteins, luitenanten en kolonels voor de ogen van de vijand belachelijk maakt door het uit te schreeuwen dat ze geen knip voor de neus waard zijn. Voor zijn geestesoog verschijnt opnieuw het beeld van een president die met zijn tank in één ruk doorstoot, dwars door de vele vijandelijke Oblasten, tot in Kiev, alwaar hij eigenhandig de Russische vlag op het dak van het stadhuis plant. 

Je gelooft het niet !

          'Waarom hebt gij mij eigenlijk ontboden, Vladimir, gij weet toch dat ik een druk bezet man ben?' 
Het is alsof Prigozjin, beruchte aanvoerder van een ongeregelde bende huurlingen en criminelen, zijn president tot de orde roept.
'Gij moet mij niets proberen wijs te maken, Jevgeni, sedert gij Bachmoet hebt ingenomen zijt gij alleen maar onledig geweest met het verkopen van dwaze praat.'
'Excuseer?, repliceert de Wagnerbaas hoogst verbaasd.
'Dat gij beter wat minder de schijnwerpers zou opzoeken, dat probeer ik u duidelijk te maken. Was dat nu echt nodig om mijn generaals en ministers zo te schofferen en al die inside informatie over onze hachelijke situatie aan het front ook nog eens online te gooien?' Het staatshoofd heeft het over die vervelende filmpjes, die op YouTube de ronde doen met een wild om zich heen schoppende Jevgeni Prigozjin in de hoofdrol.
'Natuurlijk! Ik neem daar geen woord van terug.'
'Dan zal ik  wat preciezer zijn', sist het staatshoofd, dat zich nog nauwelijks kan bedwingen, 'U - moest - in - de - luwte - werken; er is zelfs méér: officieel - bestaat - gij - niet!'
Waarop Prigozjin uit zijn te krappe stoel rechtveert en blaft: 'Wie, volgens u, heeft Bachmoet dan ingenomen? Úw soldaten? Mag ik op mijn beurt, met permissie, wat preciezer zijn? Die jongens zijn nauwelijks getraind, hebben onvoldoende munitie, hebben veel te veel bevelhebbers... Ze - zijn - nog - maar - net - gearriveerd - aan - het - front - of - ze - lopen - al - met - open - ogen - hun - ongeluk - tegemoet! Moet - ik  - nog - doorgaan?'
'Er komt beterschap. Ik ben daar volop mee bezig.'
sust het staatshoofd, in het besef dat hij zich in een bijzonder precaire situatie bevindt, dat hij de onbeschofte commandant nog nodig heeft, 'maar eerst wou ik u nog feliciteren met de behaalde successen in Bachmoet. Wat kan ik voor u doen?  Hoorde ik niet ergens dat gij graag uw naam wilt verbonden zien aan een van die Oblasten ginds? Daar kan voor gezorgd worden, ná de campagne uiteraard. '
'Dat begrijp ik, maar persoonlijk ben ik van mening dat er nu eerst andere katten te geselen zijn.'
De commandant is terug gaan zitten en slaat nu een heel andere toon aan: 'Waar is de goede oude tijd toen ik bij speciale gelegenheden ministers en allerlei hoogwaardigheidsbekleders met mijn gastronomische diners mocht verwennen. Gedaan met die stomme hotdogs en frieten, culinaire hoogstandjes zou ik voortaan serveren. Herinnert gij u nog onze feestjes op mijn boot op de Neva?'
En óf het staatshoofd het zich nog herinnert. Het was de tijd toen ze zich samen rot amuseerden te midden van de beau monde van Leningrad, de tijd ook toen de worstendraaier het ene na het andere lucratieve contract wist binnen te rijven. In geen tijd voorzag hij de tafels van spijs en drank in scholen, het leger en tal van overheidsinstellingen.
'Het is maar dat uw minister van defensie mijn cateringcontract in de kazernes eenzijdig heeft opgezegd. Straks kan ik de soldij van mijn manschappen niet eens meer betalen', jammert Prigozjin gemelijk.
Waarop het staatshoofd, in het volle besef van zijn prerogatieven als vierde president van de Russische Federatie, fijntjes laat opmerken: 'Lig daar maar niet van wakker, Jevgeni, als opperbevelhebber van onze strijdkrachten kan ik elke beslissing van mijn defensieminister met een vingerknip overrulen.' De president zet zijn woorden kracht bij door met duim en middenvinger een droog geklik te produceren. 'Ik heb de man immers gesommeerd zich een tijd gedeisd te houden...'
'Dus neemt u mijn vraag over die contracten meteen ter harte?'
'U hebt dat goed begrepen, maar euh..., probeert u nu toe te zeggen dat er door het wegvallen van die contracten problemen zijn met de cash flow?, 
polst het staatshoofd omzichtig.
Progozjin is op zijn hoede, hoopt dat het staatshoofd met een lucratief voorstel voor de dag komt.
' Wel, Jevgeni, we kunnen elkaar wel eens de duvel aandoen, maar beschouw het als een teken van waardering van mijn kant: we zouden uw manschappen een substantiële opslag kunnen bezorgen. Dat kan geregeld worden, weet u, meteen', fleemt het staatshoofd; waarop hij begint te morrelen aan een van de laden van zijn werktafel. In Moskou en wijde omgeving doet al enige tijd het gerucht de ronde dat de president al eens eigenhandig enveloppes vol papieren roebels uitdeelt, zwijggeld, om de minste oppositie tegen zijn persoon meteen in de kiem te smoren. 'Klopt het', vervolgt het staatshoofd, 'dat u de geste van mijn minister van Defensie in de wind hebt geslagen?'
'Om mijn manschappen in te lijven bij de reguliere strijdkrachten zeker, om zodoende uit zijn hand te moeten eten? Van zijn leven', fulmineert de commandant, 'dat hij het maar op zijn buik schrijft!'
'Ik kan best begrijpen dat u niet wilt gecommandeerd worden door die blaaskaak, daarom dat ik u een duwtje in de rug wou geven', fluistert Poetin samenzweerderig, terwijl hij een dikke gesloten enveloppe over het tafelblad schuift in de richting van de commandant. 'Hier, voor de lopende kosten. Maar voor wat hoort wat, nietwaar?'
'Ik luister...'
'Dat  u zich wat gereserveerder opstelt. Ik zou het appreciëren mocht u zich voorlopig onthouden van stekende commentaar op Telegram en verder, ik zou het bijna vergeten, dat u uw manschappen nog een tijd aan het front houdt.'
 Poetin wijst vaag in de richting van het zuidwesten. 'Ik zorg er dan wel voor dat mijn generaals u ginds niet meer voor de voeten lopen.'
'Afgesproken',
 gromt Prigozjin zelfvoldaan, 'maar vergeet die contracten met uw defensieminister niet te regelen, hé.'
'Nee nee', antwoordt het staatshoofd verstrooid. In gedachten zit hij al op de koffie bij een gewezen secretaris-generaal bij de Navo...

            In een huiskamer in het verre Tongeren gaat de telefoon over. De heer Claes, gewezen secretaris-generaal bij de Navo, is net terug van zijn ochtendwandeling met zijn nieuwe huisgenoot, een van een onbestemd merk kortharige zwarte stratier, die hij zich enkele maanden geleden heeft aangeschaft op de plaatselijke antiekmarkt. Het beest is een fervente waker, die bij het minste geluid steevast vervaarlijk begint te keffen.
'Koest, Vladimir, het baasje moet nu eerst de telefoon opnemen... Met Willy...'
'Ben ik ten huize Claes?'

'Jawel, met wie heb ik de eer?'
'Het is Vladimir hier, ik stoor toch niet?'
De heer Claes kan even niet volgen: Vladimir? Maar die zit hier toch? Hoe kan het dan dat... en op laconieke toon valt hij uit: 'Zeg menneke, zijde gij een farce met mij aan het uithalen of wa?'
'Het is Vladimir Poetin hier, P-O-E-T-I-N!', scandeert het Russische staatshoofd.
'Och, Vladimir, mijn excuses, ik had niet meteen uw stem herkend... Maar ik mag aannemen dat u mij opbelt vanuit het Kremlin? U moet het daar tegenwoordig niet onder de markt hebben hé.' Wat een flater, beseft Claes te laat, ik heb weer eens voor mijn beurt gesproken. Hij kan nu maar beter zijn gesprekspartner eerst wat honing om de mond smeren: 'En euh, à propos, hebben de peertjes gesmaakt?' (Zie 'Fisherman's Hut')
'Zeg dat wel, vooral die Winterjans', teemt de Rus, 'u had gelijk, in de stoofpot smaakt dat overheerlijk.'
De heer Claes is op zijn hoede. Zou die geniepige Rus weer het snot uit zijn neus willen halen over de plannen van de Navo? De vorige keer, toen ik op de nieuwjaarsreceptie in Evere Soltenberg daarover aansprak, was die er niet erg mee opgezet. 'Willy', had hij in zijn typisch Scandinavisch Engels gezegd, 'gij zijt met pensioen, geniet ervan en moei u niet met andermans zaken.' Voor iemand die een prominente rol heeft gespeeld op het wereldtoneel had die reprimande niet weinig gestoken. Had hij immers niet naast zijn postje bij de Noord-Atlantische alliantie ook nog portefeuilles beheerd op diverse ministeries, om nog te zwijgen over zijn functie als Algemeen-Secretaris van de Christelijke Mutualiteiten Limburg, ja toch? Degene die mij op de politieke Bühne meent de loef te kunnen afsteken moet nog geboren worden, had Claes zichzelf getroost.
Maar dan valt zijn frank. Het gaat over die Belgische wapens natuurlijk, Heer spaar mij, gaat het door het hoofd van Claes.
'Komaan, Willy, laten we niet langer rond de pot draaien, genoeg gezeverd over stoofpotjes en peren, ik heb inside informatie nodig.'
'Toch niet over die zogezegde FN-geweren zeker? Las ik niet in de pers dat er over de herkomst vooralsnog gerede twijfel bestaat?' Claes neemt hiermee de vlucht voorwaarts; baat het niet, het schaadt niet.
'Mag ik dan misschien een oud-kolonel citeren, iemand van bij u in de buurt: het betreft niemand minder dan de heer Housen, woonachtig in de Oblast Limburg.' (nvdr: de heer Housen moet, net als Claes, niet gepraamd worden om al eens in De Afspraak op te treden): 'Onloochenbaar, met een zekerheid van 100%, betreft het hier het automatische wapen FN-scar, gefabriceerd door de Luikse wapenfabrikant FN Herstal. Ik heb dit met mijn eigen ogen kunnen vaststellen.' En Poetin vervolgt: 'Gisteren dus, Houben, Belgisch oorlogsexpert, in De Afspraak. U moet toch ook dat trekje van leedvermaak om die vent zijn mond opgemerkt hebben, Willy, en ik moet zeggen: ik vond dat bepaald ongepast'.
'Wel, euh... ik kan niet verhelen (nvdr: synoniem, in Claes-spraak, van verbloemen, ontveinzen, maskeren...) dat de persoon die u daar vermeldt inderdaad een gouwgenoot is, maar mag ik u erop wijzen dat die uitspraak wel eens voorbarig zou kunnen zijn. Ik beschouw zijn loslippigheid vooralsnog geheel voor eigen rekening.'
Omdat het stil blijft aan de andere kant van de lijn haast Claes zich om nog toe te voegen dat de minister van defensie, mevrouw Lahbib, onlangs nog bijzonder formeel was over de kwestie, dat Belgische wapenleveringen nooit of te nimmer cadeau worden gedaan aan de vijand, rechtstreeks of onrechtstreeks, a fortiori ook niet aan groeperingen die een of andere interne agenda volgen. Voilà, denkt Claes, nu gij, menneke...
'Kom kom, Willy, u weet evengoed als ik welke de waarde is van dergelijke uitspraken, kijk maar naar die brommertjes van de Ajathollah's. Die vliegen intussen gezwind over en weer tussen Kiev en Moskou. Ik had nochtans persoonlijk een exclusief contract bedongen bij Ali Khamenei. Maar om nog even op de Belgische politiek terug te komen: dat wapenfabriekske, ligt dat niet in de Walen en die vice-minister, Magnette of zoiets, zit die vent toevallig niet in het bestuur van kwestieuze fabriek? Het hemd is al eens nader dan de rok, hé Willy, dat weet u als geen ander.'
Hij alludeert natuurlijk op de affaire, in illo tempore, met de helikopters voor het Belgisch leger,
denkt Claes.
'Vooruit, Willy, getroost u eens een beetje moeite, dan overhandig ik u een gepast cadeau. Maar dan moet u mij wel stante pede meedelen wat u weet over die zogenaamde partizanen die de laatste tijd de omgeving van ons dierbaar Belgorod onveilig maken.'
Maar Claes heeft aandachtig geluisterd en repliceert: 'U gebruikt daar het woord 'zogenaamd'? Was het niet in uw eigen pers dat die partizanen met naam en toenaam werden genoemd? Ik citeer: eerst het Legioen van de Vrijheid voor Rusland en in een adem het Russische Vrijwilligerskorps. Kan het nog Russischer? En dan nog met al die majuscullen.'
'Ach, we leven in een fake wereld, Willy, dat weet u toch ook... Maar zou u for all times sake niet eens bij uw rode collega's kunnen polsen hoe de vork precies in de steel steekt aangaande die wapenleveringen? Het houdt mij bezig, echt waar.'
Ineens heeft Claes zijn gesprekspartner door: de sluwe vos, het gaat de Rus niet langer om die Belgische wapens an sich (alhoewel het wel zal steken dat zijn Kalashnikovs het moeten afleggen tegen onze FN geweren). Nee, Poetin is bang natuurlijk, bang van dat stelletje partizanen, bang van de Russische moeders, bang van de jonge intellectuelen, bang tout court dat zijn momentum voorbij is, dat de publieke opinie zich tegen hém, het hoofd van de Russische Federatie, én zijn speciale operatie aan het keren is.
Claes voelt de aandrang om nog wat dieper in de etterende wonde te kerven:
'Blijkbaar maakt u zich zorgen over de sterkte van die opposanten in Belgorod en elders, over hun intenties, over...' Waarop Poetin hem onderbreekt: 'Ach, Willy, u mag het gerust weten, ik ben doodbenauwd. Het zijn allang niet meer de siloviki alleen die mij zorgen baren, die hun handel en wandel kan ik nog enigszins laten nagaan. Nee, nergens voel ik mij nog veilig, eerst durfde ik mijn kot niet meer uit omwille van die gesel van corona en nu heb ik zowel op het Kremlin als op Novo-Ogaryovo ei zo na zo'n stomme drone op mijn dak gekregen.'
Claes houdt er het zwijgen toe, wacht af wat komen gaat.
'Kom: vertel mij nu eens in detail wat u weet over die partizanen, welke snode plannen ze smeden, wie hun leveranciers zijn, waar en wanneer ze nogmaals gaan toeslaan.'
'Nog iets?',
waarmee Claes suggereert dat de Rus niet moet overdrijven.
'Wel ja, nu u het vraagt, voor wanneer is nu dat Oekraïens tegenoffensief? 't Is maar dat mijn generaals ongeduldig worden. Tussen haakjes, hebt u Stoltenberg al gecontacteerd?
Claes ziet zijn kans schoon: 'Het verstrekken van dergelijke delicate informatie, wat schuift dat?'
'Zeg met maar: een potje kaviaar van op de zwarte markt, mijn beste fles Vodka..?'
'Pff',
doet Claes gemelijk.
'… en een nieuwe vleugelpiano voor in uw living.'
Claes houdt de adem in...
'Het ereburgerschap van Sint-Petersburg!', probeert het staatshoofd overmoedig...'
'… en een eredoctoraat, door mezelf uitgereikt, aan de militaire academie Malinovski!'
'Doe ze mij maar allebei'
, gromt Claes, zo content als zijn Vladimir nadat die zich uitbundig in de modder heeft gewenteld.
'Ja maar, dan moet u wel eerst...'
'U hoort nog van mij... Kom, Vladimir, je hebt een snoepje verdiend.'
Het Russische staatshoofd kan niet meer volgen, wil uitleg vragen, maar in Tongeren ligt de hoorn al op de haak.

Je gelooft het niet !


22/06/'23