Paul van Ostaijen


melopee

onder de maan schuift de lange rivier

over de lange rivier schuift moede de maan

onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

 

langs het hoogriet

langs de laagwei

schuift de kano naar zee

schuift met de schuivende maan de kano naar zee

zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man

waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee


modernistische dichter en prozaschrijver

(1896 - 1928)


avondgeluiden

er moeten witte hoeven achter de zoom staan
van de blauwe velden langs de maan
's avonds hoort gij aan de verre steenwegen
paardehoeven
dan hoort gij alles stille waan
van verre maanfonteinen zijpelt plots water
– gij hoort plots het zijpelen
van avondlik water –
de paarden drinken haastig
en hinniken
dan hoort men weer hun draven stalwaarts