SMETVREES   ( 22/04/2020)

 

Beste C.,


          Dat we zouden doorgaan, had ik je al geschreven. En óf we woord hebben gehouden! De noodzakelijke verplaatsingen buiten beschouwing gelaten, zijn we nu al ruim 6 weken in ons kot gebleven. In onze families werden intussen door ijverige handen de eerste mondmaskertjes genaaid, overal te lande hebben ziekenhuizen extra bedden gecreëerd voor intensieve opvang, onze overheden riepen taskforces in het leven om nog korter op de bal te kunnen spelen, we hebben triagecentra opgericht, in onze klinieken en zorgcentra aparte circuits georganiseerd, nee, niet om het vuile linnen of ander materiaal van het propere te scheiden, maar om jou geen kansen te geven binnenskamers nog meer schade aan te richten.

Dat er naast de bezorgdheid om ons aller gezondheid stilaan andere besognes zouden opduiken, was te verwachten. Er is immers het vervelende spanningsveld met die andere realiteit, met name de economische machine die ten gevolge van de opgelegde maatregelen in diverse sectoren zoals horeca en toerisme, internationaal verkeer, cultuur, sport en spel grotendeels is gestagneerd.
Zowat alles wat niet behoort tot het domein van onze primaire behoeften werd tot nader order on hold gezet: zoveel mogelijk thuiswerk, gesloten klaslokalen, verboden uitstappen naar kust of Ardennen, uitgestelde olympische spelen... Resultaat: ongeziene werkloosheidscijfers, dreigende faillissementen en het gestaag aandikkende kostenplaatje van onze overheidsfinanciën... En nu zijn we ons al aan het voorbereiden op een nieuwe uitdaging, deze van de exit uit de lockdown, terug naar business as usual, broodnodig zodat onze amechtige economie terug zou kunnen recht-veren. We kunnen toch niet eeuwig vanuit onze huiskamers les blijven volgen, conferencen en telewerken.

          Eigenlijk had ik me voorgenomen om het met jou over iets anders te hebben. Er is immers niet alleen al die ellende buiten, maar bovendien de toenemende malaise in onze huizen, getob in onze hoofden. 'Collateral damage', hoor ik jou zeggen, 'mijn doortocht kan niet verhinderen dat sommigen, al zijn ze niet geraakt in de fysieke betekenis van het woord, het op een andere manier lastig zouden krijgen'. Wellicht heb je daar een punt. Onze soort is immers begiftigd met gevoel en emotie, die in bijzondere omstandigheden al eens kunnen omslaan in nog amper in te tomen vrezen en angst. Het behoort tot onze condition humaine.

Je zag, zo werd ons voorgehouden, het levenslicht op een markt ver weg. Dus hoefden wij hier niets te vrezen. Het leek ver van ons bed. zoiets als HIV in de straten van Philadelphia, Ebola in Yambuku, SARS aan de oever van de Rode Rivier in Hanoi. Maar je bereikte algauw de Italiaanse skigebieden, Spanje ook. Je trok een niets ontziend spoor dwars door Europa, zwermde uit naar andere continenten, drong door tot in onze huiskamers. Maar zo sloop je bovendien schier ongemerkt binnen in onze hoofden. Onze 'mental' (Vert.: verstandelijke vermogens; de gedachten) kan best veel verdragen, want in staat tot logisch denken, relativeren ook. Wanneer de wetenschappers ons voorhouden regelmatig onze handen te wassen, dan doen we dat omdat dit ons redelijke en afdoende richtlijnen lijkten.
Maar wanneer je te maken krijgt met een onzichtbare alomtegenwoordige vijand, wanneer je elke dag die akelige cijfers ziet en zelfs de wetenschap in onzekerheid verkeert over wat ons nog meer te wachten staat, ja beste C., dan komt bij sommigen het gezonde boerenverstand al eens onder druk te staan en begint die 'mental' plots te verkrampen. Na het winkelen of bij het openen van de post worden in menige huiskamer de handen overdadig gewassen en met gel ontsmet. Niet een keer, maar nog eens en nog eens, want je kan niet voorzichtig genoeg zijn. Maar ook dat brengt niet steeds het verhoopte soelaas. Bij de kleinste kriebel in de keel breekt bij sommigen onder ons het angstzweet uit, slaat de vrees ons om het hart en doemen die surrealistische beelden op van medeburgers, hulpeloos op hun buik op een bed in de intensive care, ziekenhuispersoneel in maanpakken... En dan denken we: 'Dit gaat mij toch niet overkomen zeker?'

Gelukkig moet het niet meteen bij iederéén tot dergelijke proporties leiden. Geleerde hoofden wijzen immers op de mogelijke relatie, althans bij sommigen onder ons, met niet verwerkte ervaringen uit de kindertijd, opvoeding, karakter. Op dat gebied kan de ene persoon al eens meer pech hebben dan de andere. Een jammere gedachte.

          Jawel beste C., zei ik je al dat ik benieuwd ben naar de voetafdruk van jouw nietsontziende doortocht? Besef dat we hier niet alleen praten over de dodentol of de ontwrichte economie, maar niet minder over de ontreddering bij degenen die niet over voldoende mentale weerbaarheid en veerkracht beschikken om ongehavend uit deze nachtmerrie te ontwaken. Neem het van mij aan: onze psychologen en specialisten in ambulante en residentiële voorzieningen zullen de handen vol hebben om de psychosociale puinhoop die jij hier zult achtergelaten hebben tot redelijke proporties terug te voeren en al deze ontwrichten samen met hun naaste omgeving terug het perspectief te bieden op een min of meer normaal leven.

Ook dit zullen we jou aanrekenen!

 

 

Smetvrees:
'Terugkerende dwanggedachten en -handelingen, zich uitend in was- en poets-drang als reactie op de niet-aflatende vrees voor besmetting door bepaalde voorwerpen en objecten. Het betreft veelal de vrees om besmet te worden door bacteriën, virussen, kleine beestjes, ongedierte'

 


- EINDE -