FACELIFTDRIFT (18/11/2019)
Al enkele dagen was overduidelijk het geluid van slijpschijven te horen geweest van ergens achter de frigorekken met zuivelwaren. Op vrijdag van diezelfde week was daar tijdens mijn zoektocht naar bio verse kaas de geur van nog vochtige cement bij gekomen en een van de frigo's met zuivel was opzijgeschoven zodat ik zowaar onverwacht een gratis inkijk kreeg in een donkere ruimte achterin het gebouw met zijn vele kamers waar een eenzame vloerder aan het werk bleek te zijn... De man was tegels aan het leggen, identiek aan deze van waar ik op dat eigenste ogenblik verbaasd stond te staren naar de onvermoede werkzaamheden. Er is geen twijfel mogelijk, dacht ik: ons warenhuis, waar ik intussen al ruim vier jaar dagelijks kom, is blijkbaar aan uitbreiding toe en ik heb het niet zien aankomen.
De voorbije dagen of weken was er bij mijn weten nergens iets aangekondigd of geafficheerd. Misschien had er een bericht gestaan in een of andere veelkleurige reclamefolder: 'Beste klant, om u nog beter te dienen, zal uw vertrouwd warenhuis binnenkort een grondige facelift ondergaan. We stellen daarbij alles in het werk opdat u tijdens uw aankopen zo weinig mogelijk hinder
ondervindt'. Het zou zomaar kunnen. Maar ja, ik lees nooit, jawel nóóit de publiciteitsblaadjes, zeker niet deze waarin de klant met een halve kilo gratis gemengd gehakt wordt verleid een hele kilo in te slaan.
Misschien werd het heuglijke nieuws ook nog eens op de website aangekondigd, opdat een belangrijk deel van de doelgroep, namelijk wie een sticker 'geen reclamedrukwerk' op zijn brievenbus heeft kleven, zeker niet in het ongewisse zou blijven. Maar zoeken naar of toevallig botsen op dit soort informatie op het internet, dat is evenmin aan mij besteed.
Verder viel er ook niet aan de ingang, de kassa's of ergens aan de muur een of andere nuttige mededeling te bespeuren, behalve dan de nieuwste slogan 'goed kopen, goed eten. Onze belofte'...
Een mens zou het bijna vergeten zijn, maar een hele tijd geleden werd de buitenkant van het gebouw grondig gerenoveerd. Wekenlang deden drilhamers het gebouw op zijn fundamenten daveren. Er werd zo grondig gestript dat je, tijdens het aanschuiven naar de kassa, langs enkele opzijgeschoven plafondtegels hier en daar een stukje van de hemel kon zien. Tijdens de werken had het in die zone vervelend getocht en was er al eens werf- of regenwater binnengesijpeld. Maar het was goed gekomen. Het warenhuis staat nu te schitteren met zijn frisse gevel, nieuwe ramen in de appartementen op de verdiepingen, een modern ogende inkom.
En nu was de binnenkant aan de beurt, tweede luik van een verfraaiingsproject dat vermoedelijk al een hele tijd geleden was bedacht. Na mijn ontdekking van de werf in de duistere achterkamer werden elders de plafondtegels nu ten tweeden male opzijgeschoven, zodat de mannen, hoog op hun ladders met het hoofd in de holle ruimte tussen een kluwen van elektrische kabels, oude verbindingen konden verleggen, doorknippen, nieuwe lijnen trekken naar frigo's, lampen, kassa's. Steeds meer tegels werden verschoven zodat her en der in het plafond, zonder duidelijk patroon, obscene gaten waren verschenen. Zouden de mannen, steeds verder verstoken van elk noodzakelijk inzicht, overzicht of vertrouwen in de goede afloop, koortsachtig op zoek zijn naar... ja, naar wat? Straks gaat het licht nog uit, dacht ik en vallen frigo's en vriezers stil. Maar wacht eens... Misschien komt er wel een heuse geluidsinstallatie met een gezellig muziekje en een stem af en toe die omroept dat kassa vier opengaat. Ik had daar nog nooit bij stilgestaan, maar plots begon ik te verlangen naar een aardig warenhuisdeuntje.
Intussen werd de achterin gelegen werf stilaan omgetoverd tot volwaardig onderdeel van de winkel: de vloer werd geschrobd, er brandde al gezellig licht en nieuwe nog in cellofaan verpakte frigo's werden er binnengereden. Enige dagen later, het was op een maandag, volgde de stille opening: klanten gingen aarzelend op verkenning in de gloednieuwe afdeling met opvallend verruimd wijnassortiment, verse vis- en vleeswaren, verleidelijk uitgestald in lage open koelkasten die anders zoemden dan hun voorgangers, alles badend in strelend sfeerlicht.
Maar in het oude gedeelte was er gelijktijdig en onverwacht een vervelende transformatie ingezet: je kon er plots het toiletpapier niet meer aantreffen op zijn vertrouwde plaats. De papierafdeling was zelfs helemaal opgedoekt. Ook het brood was moeilijk te vinden en tot overmaat van ramp had men, vermoedelijk tijdens de zondagsrust, sommige rekken dichter bij elkaar geschoven. De verlichting was gedecimeerd en in de plaats daarvan slingerde een kilometerslang lint met koele led-lampjes kriskras door het warenhuis. Een vervroegde kerstdag. Tot driemaal toe heb ik die dag alle gangen doorkruist om alles op mijn boodschappenlijstje doorstreept te krijgen.
Kon het nog erger? Toch wel, want weer enige dagen later wees een met zwarte stift getekende grote pijl aan de gebarricadeerde inkom gebiedend in de richting van de uitgang. Het gedeelte van de winkel achter de inkomdeuren was tijdelijk ontoegankelijk verklaard want ontruimd, wachtend op een volledig nieuwe inrichting. De afdeling fruit en groenten was verhuisd naar een krappe duistere hoek. De ruimte vóór de kassa's was beangstigend leeg. Om agorafoob bij te worden.
Om een lang verhaal kort te maken... Vorige zondag sprak ik een van de kassiersters aan: 'Mevrouw, zou het kunnen dat er problemen zijn met de bevoorrading? Ik zag nergens vis liggen in die prachtige nieuwe afdeling. Alleen maar mosselen.' Ik zweeg over het al sedert enkele dagen verdwenen papier en schrijfgerief.
'Nee nee, er is geen probleem. De verse producten worden niet meer aangevuld omdat de winkel gaat sluiten.
'Oei, wat spijtig', hoorde ik mezelf zeggen en ik dacht: sluiten, hoe kan dat nu? Net nu ze al die kosten hebben gemaakt.
'Nee nee, je begrijpt me verkeerd. De herinrichting loopt op haar laatste benen. We sluiten enkele dagen en dan gaan we gewoon terug open.'
'Oh, wat fijn. En wordt er bij die gelegenheid een glaasje aangeboden?'
De kassierster, onzeker kijkend: 'Dat moet je aan de bazen vragen.'
'Het was maar een grapje, mevrouw. Alvast gefeliciteerd. Als het hier allemaal wordt zoals in die nieuwe afdeling, zal het er heel mooi uitzien.'
Bij het verlaten van de winkel zie ik een groot plakkaat, zo eentje waarmee sandwishmannen in een vorige eeuw op de stoep pleegden heen en weer te lopen, met een of andere mededeling op hun rug en torso. Op het plakkaat staat te lezen: 'Wij gaan 4 dagen dicht. Winkel terug open op vrijdag … '
Dan toch een mededeling, eentje op de valreep.
Plots begrijp ik de betekenis van de leegte vóór de kassa's. Zeg dat het niet waar is: het personeel gaat nieuwe kassa's krijgen … en stoelen … die tot op de draad versleten stoelen... eindelijk.
Nu nog de ideeënbus. Waar zou die kartonnen doos van weleer gebleven zijn? Lange tijd stond ze in het zicht naast de uitgang. Op zekere dag stond ze plompverloren ergens in een donkere hoek en even later was ze helemaal verdwenen. Ik hoop dat ze terugkomt. Misschien zal ze ook wel een facelift gekregen hebben.
Ik zou er een vraag kunnen in stoppen: 'Waarom staat die heerlijke Grigio Venato 0% al een hele tijd niet meer in de rekken?'
Uiteraard zou ik meteen ook langs dezelfde weg bazen en personeel kunnen feliciteren met de vernieuwde zaak. En met de ongelooflijke vaststelling dat tijdens die hele periode de winkel slechts vier dagen zal zijn dicht geweest. Een heksentoer.
Hopelijk ontsnappen de prijzen van de producten aan de faceliftdrift.
- EINDE -